de truc met de kaartjes

Als manager  coach speel ik al een tijdje het spelletje mee. Eén van mijn favoriete spelletjes is het visitekaartspel.

Het visitekaartje is een relikwie uit het verleden. Het bijbehorende uitwisselingsritueel eigenlijk ook. Immers tegen de tijd dat je daadwerkelijk je kaartjes met elkaar uitwisselt zijn de gegevens die er op vermeld staan al grotendeels bekend.

Je contact informatie is overbodig; je had elkaar al op een andere manier gevonden en deze afspraak gemaakt. Waarschijnlijk per e-mail of via social media en toen de telefoon gepakt (‘de beller is sneller’) om een afspraak te maken.

Als je gesprekspartner de moeite heeft genomen, weet zij al veel meer over je, dan hetgeen op je visitekaartje staat vermeld. Je naam, je telefoonnummer, je e-mailadres, je functie … en de rest van je leven.

Ken je nog dat gevoel toen je de eerste  stapel, vers gedrukte visitekaartjes in ontvangst nam? Even er eentje vanaf pakken en bekijken of alles er goed op staat? En dan vooral de functietitel! Zeker wanneer je net promotie had gemaakt of van baan was veranderd.

Zo’n kaartje is toch een flink deel van je (zakelijke) identiteit… ook al klinkt dat belachelijk, zo werkt het wel in het zakelijk spel. Niet voor niets komen er soms werkelijk indrukwekkende functietitels voor; te lang om op één enkele regel te passen!

Lang of kort, de functietitel moet meestal toch toegelicht worden.

Zelfs wanneer deze voor de ontvanger wel bekend is, kan het maar zo zijn dat jouw invulling ervan heel anders is dan het idee dat je gesprekspartner er bij heeft.

Een visitekaartje is dan ook niet bedoeld voor de ontvanger. Het is vooral bedoeld voor degene die ze uitdeelt!

De truc is namelijk dat kaartdeler niet zozeer haar kaartje, maar vooral zichzelf presenteert! En dat werkt het best wanneer diegene zich kan vinden in de functietitel. Wanneer zij met verve, enthousiasme en overtuiging uit kan leggen wat haar functietitel betekent en wat zij doet om dat waar te maken.

Als dat het geval is dan zal de kaartdeler zichzelf gaan zien als de expert/professional die zij wil zijn of worden … en dat geldt ook voor haar omgeving.

Die omgeving gaat de kaartdeler anders ‘zien’ en anders reageren.  Iedere ontmoeting is voor de kaartdeler een mogelijkheid om haar nieuwe professionele IK  in de harde werkelijkheid te toetsen.  Als zij de functietitel goed gekozen heeft, en deze inderdaad geloofwaardig over kan brengen wordt haar nieuwe rol door haar omgeving bevestigd en daarmee het eigen vertrouwen versterkt.

Onderdeel van de truc met de kaarten is om de kaartdeler de functietitel te laten bedenken. Probleem is dat veel functietitels voortkomen uit functieprofielen die meestal geen recht doen aan de (verborgen) talenten van de degene die de kaarten deelt. Bovendien zijn ze door iemand anders (b.v. de afdeling ‘Human Resources’) bedacht . Zoals hierboven uitgelegd, werkt het alleen wanneer de kaartdeler er zelf in gelooft.

Ik heb deze truc de afgelopen jaren een aantal keren met succes gebruikt; een ‘software engineer’ werd zo ‘innovatie consultant’, een ‘hardware engineer’ werd ‘system engineer’ en weer een ander werd ‘kennis intermediair’. En wat ik of jij van die titels vinden? …. Dat doet dus niet ter zake!

Ik zou zeggen; probeer het eens! Het kost je hooguit een stapel visitekaartjes!

Onlangs heb ik zelf mijn troefkaart uitgespeeld;  Ik kon alleen geen functietitel verzinnen… maar dat is bij een eenmanszaak geen probleem: ik ben ideci.